0 stemmen, 0 gem 1 Navigatie Progresstest 1 Navigatie Informatieformulier 1 / 4 Categorie: ALMO Welke onderdelen worden normaliter aangedreven door de vliegtuigmotor? Generator, startmotor, vacuümpomp en benzinepomp. Brandstofpomp, vacuümpomp, alternator en afslagmagneet. Magneten, toerenteller, oliedrukmeter en oliepomp. Turbocharger, magneten, inspuitpomp en oliepomp. 2 / 4 Categorie: ALMO Als het octaangetal van de door u getankte brandstof te laag is voor de bedoelde vliegtuigmotor, is er een grote kans op: Een lagere cilinderkoptemperatuur. Een brandstof/luchtmengsel dat niet uniform wordt verspreid over de cilinders. Detonatiegevaar. Een hogere cilinderkoptemperatuur. 3 / 4 Categorie: ALMO Voorzichtigheid is geboden bij een motor die is uitgerust met een constant speed propeller, waarbij u moet voorkomen dat: Een hoge manifold pressure wordt gecombineerd met lage toeren. U vaak een rijk mengsel selecteert met hoge toeren. Een hoog toerental met een hoge manifold pressure wordt geselecteerd. Lage manifold pressure wordt gecombineerd met lage toeren. 4 / 4 Categorie: ALMO Als tijdens het vliegen zowel de olietemperatuur als de cilinderkop-temperatuur te hoog zijn, heeft de vlieger waarschijnlijk: Een hoger dan normale oliedruk. Te veel vermogen met een te arm mengsel staan. Het mengsel te rijk staan. Te veel vermogen met een te rijk mengsel staan. Your score is De gemiddelde score is 100% 0% 0 stemmen, 0 gem 0 Human factors Progress Test 1 Human factors Informatieformulier 1 / 34 Categorie: MPDR Iemand die corpulent is loopt een grotere kans om decompressieziekte te krijgen dan iemand die slank is, omdat: Vetweefsel vijf keer zoveel koolzuur bevat als spierweefsel. Bij een dikker iemand de gewrichten meer te verduren hebben. Vetweefsel vijf keer zoveel stikstof bevat als spierweefsel. Iemand die dik is minder stikstof uitademt. 2 / 34 Categorie: MPGA 1. Het ademhalen en verteren van voedsel zijn "closed loop" reflexen.2. Het terugtrekken van de hand bij aanraking van een heet voorwerp is een "open loop" reflex. 1 en 2 zijn juist. 1 is onjuist en 2 is juist. 1 is juist en 2 is onjuist. 1 en 2 zijn onjuist. 3 / 34 Categorie: MPGA Welke periode wordt als veilig beschouwd tussen het op eigen initiatief gebruiken van kalmerende middelen, middelen tegen hoge bloeddruk en zware pijnstillers en het besturen van een luchtvaartuig? 6 dagen. 5 dagen. 7 dagen. 4 dagen. 4 / 34 Categorie: MPDR Scuba-diving kort voor de aanvang van een vlucht moet worden ontraden vanwege een verhoogde kans op: Bends. Oorklachten. Hypoxie. Vertigo. 5 / 34 Categorie: MPDR In de longslagader stroomt bloed van: De longen naar het hart en bevat zuurstofarm bloed. De longen naar het hart en bevat zuurstofrijk bloed. Het hart naar de longen en bevat zuurstofarm bloed. Het hart naar de longen en bevat zuurstofrijk bloed. 6 / 34 Categorie: MPZI Tijdens een klim hebt u geen last van uw oren. Bij de daling evenwel krijgt u oorpijn. Wat kunt u doen om de klachten te verminderen? Horizontaal blijven vliegen. Gaan klimmen. Snel dalen en naar een KNO-arts gaan. Geen van deze mogelijkheden. 7 / 34 Categorie: MPGA Iemand met koolmonoxide in het bloed heeft verschijnselen die overeenkomen met iemand die: Een verminderd zuurstoftransport heeft. Bloedarmoede heeft. Op grotere hoogte verkeert. Alle gegeven antwoorden zijn juist. 8 / 34 Categorie: MPDR Hemoglobine bevindt zich in het bloed: In opgeloste toestand. In de witte bloedlichaampjes. In de bloedplaatjes. In de rode bloedlichaampjes. 9 / 34 Categorie: MPZI Het/de belangrijkste orgaan/organen voor oriëntatie is/zijn: Het zitvlak. Het vestibulair evenwichtsorgaan. Het spiergevoel. De ogen. 10 / 34 Categorie: MPZI Op een donkere nacht wanneer u naar één enkel vast licht staart, heeft u de illusie dat: Het licht in diverse richtingen beweegt. De intensiteit van het licht varieert. De kleur van het licht varieert. De grootte van het licht varieert. 11 / 34 Categorie: MPZI Het binnenoor dient voor het waarnemen van:1. Draaiversnellingen.2. Lineaire versnellingen.3. Geluid. 1 en 2 zijn juist. 1 en 3 zijn juist. 1, 2 en 3 zijn juist. 2 en 3 zijn juist. 12 / 34 Categorie: MPPS Het alleen maar toelaten van informatie die past in het beeld dat reeds is gevormd noemt men: Ontkenningsgedrag. Eliminatie. Anticipation. Expectancy. 13 / 34 Categorie: MPZI Afname van het accomodatievermogen van het oog op latere leeftijd: Heeft geen consequentie voor dragers van contactlenzen. Kan met een leesbril worden opgevangen. Doet zich lang niet bij iedereen voor. Kan leiden tot verlies van het brevet. 14 / 34 Categorie: MPDR De lucht op een hoogte van 18000 ft bevat: Circa 21% zuurstof. Circa 5% zuurstof. Circa 15% zuurstof. Circa 10% zuurstof. 15 / 34 Categorie: MPDR De bloeddruk is onder andere afhankelijk van: Geen van bovenstaande factoren. Hartfrequentie. Hartfrequentie en slagvolume. Slagvolume. 16 / 34 Categorie: MPGA Wegens klachten schrijft uw huisarts u medicijnen voor.1. U moet informeren of u met uw klachten nog wel mag vliegen.2. U moet informeren of u met die medicijnen mag vliegen.3. Indien u zich verder "goed" voelt kunt u gaan vliegen. 3 is juist. 1 is juist. 3 is juist, indien de sticker "Invloed op reactievermogen" op de medicijnen ontbreekt. 1 en 2 zijn juist. 17 / 34 Categorie: MPPS Eén van de gevaren van Rule-based behaviour is dat: We op cruciale momenten soms de te volgen regels vergeten. In stresssituaties dit type gedrag als eerste wegvalt. We door op routine te vertrouwen, te ontstpannen zijn en dingen over het hoofd zien. We in stresssituaties soms niet meer logisch kunnen redeneren. 18 / 34 Categorie: MPDR Bij een te laag zuurstofgehalte in het bloed is er sprake van: De niet fysiologische vorm van hyperventilatie. Hypoxia. Anoxia. Decompressie ziekte. 19 / 34 Categorie: MPZI Snelle acceleratie tijdens horizontaal vliegen onder slechte zichtomstandigheden zal meestal de illusie geven van: Klimmen. Dalen. Gieren. Rollen. 20 / 34 Categorie: MPZI Het perifere gezichtsveld is van groot beland voor het: Waarnemen van diepte (stereoscopie). Zien van kleuren. Aandacht trekken. Scherp zien van bewegende voorwerpen. 21 / 34 Categorie: MPPS Om met stress om te kunnen gaan zijn verschillende strategieën beschikbaar. Een voorbeeld van een zogenaamde "Doe-strategie" is: Het aanzetten van de auto-piloot tijdens het afwerken van een noodsituatie. Zodra we tijdens het vliegen een probleem tegen komen, dit probleem rationaliseren teneinde het stressniveau te verlagen. Zodra we tijdens het vliegen een probleem met de motor zien, dit probleem vervolgens gaan negeren. Door van te voren verschillende noodsituaties in een simulator te beoefenen. 22 / 34 Categorie: MPGA U heeft eenmalig een kort werkend slaapmiddel ingenomen. U mag op z'n vroegst weer gaan vliegen op de: Derde dag na inname. Dag zelf, als u zich goed genoeg voelt. Eerste dag na inname. Tweede dag na inname. 23 / 34 Categorie: MPDR Wanneer u met een vliegtuig zonder drukcabine klimt, zullen de opgesloten gassen in het maagdarmkanaal: Inkrimpen. In volume gelijk blijven. Opgenomen worden door het weefsel en bloed. Uitzetten. 24 / 34 Categorie: MPDR U vliegt VFR op 1500 ft onder slechte weersomstandigheden. U voelt zich duizelig, heeft last van tintelingen in de handen en bemerkt een snelle hartslag. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak? Desoriëntatie. Hyperventilatie. Koolmonoxide vergiftiging. Hypoxie. 25 / 34 Categorie: MPGA Fysiologische hyperventilatie is een gevolg van: Een teveel aan zuurstof (O2) in het bloed. Een teveel aan koolzuur (CO2) in het bloed. Een tekort aan koolmonoxide (CO) in het bloed. Een tekort aan koolzuur (CO2) in het bloed. 26 / 34 Categorie: MPZI Een volledig aan het donker geadapteerd oog is een factor: 100 keer zo gevoelig als bij heldere zonneschijn. 1.000.000 keer zo gevoelig als bij heldere zonneschijn. 100.000 keer zo gevoelig als bij heldere zonneschijn. 10.000 keer zo gevoelig als bij heldere zonneschijn. 27 / 34 Categorie: MPGA Vliegen tijdens een flinke verkoudheid moet ontraden worden vanwege de verhoogde kans op het optreden van: Pijn in de neus-bijholten. Oorpijn tijdens de daling. Alle gegeven antwoorden zijn juist. Pressure vertigo. 28 / 34 Categorie: MPDR Wat is het effect van hoogtetoename op de partiële zuurstofspanning? Deze: Vermindert door afname van de luchtdruk. Blijft gelijk. Neemt toe door uitzetting. Vermindert door de lagere temperatuur. 29 / 34 Categorie: MPPS Wat wordt aangesproken bij het verkrijgen van informatie. Zintuigen en centraal zenuwstelsel. Geen van deze. Zintuigen. Centraal zenuwstelsel. 30 / 34 Categorie: MPZI Gehoorverlies kan veroorzaakt worden door: Alle genoemde antwoorden zijn juist. Een chronische ontsteking van het middenoor. Een dichzittende buis van Eustachius. Regelmatig bezoek aan een disco. 31 / 34 Categorie: MPPS Het onder stress terugvallen op vroeger aangeleerde gedragspatronen heet: Paniekgedrag. Progressie. Focussen. Regressie. 32 / 34 Categorie: MPZI De buis van Eustachius verbindt: Het middenoor en de keelholte. Het middenoor en het binnenoor. Het binnenoor en de keelholte. De gehoorgang en het middenoor. 33 / 34 Categorie: MPZI Glaucoom: Kan uiteindelijk leiden tot onherstelbare schade en blindheid. Veroorzaakt een te lage oogboldruk waardoor het gezichtsveld volledig uitvalt. Is niet door een operatie of medicijn te verhelpen. Is het troebel worden van de ooglens waardoor men niet meer scherp kan zien. 34 / 34 Categorie: MPDR Behalve door toediening van zuurstof kan hypoxie bestreden worden door: Geen van deze mogelijkheden. Ademen in een zak. Verlagen van de cabinedruk. Het eten van suiker. Your score is De gemiddelde score is 0% 0%